Op 19 april 2017 heeft de rechtbank in Amsterdam geoordeeld dat Google op basis van het vergeetrecht een URL naar een krantenartikel moet verbergen in de Europese versies van de zoekmachine. Eerdere verzoeken van de eiser, door middel van het online formulier van Google en een sommatie, leverden niet het gewenste resultaat op. Google meende namelijk dat er bij de betreffende URL sprake is van een publiek belang en dat deze informatie om die reden niet verborgen zou moeten worden. De rechter oordeelde echter anders, wat opvallend is gezien het beroep van de eiser.
Witwaspraktijken, drugsdelicten en politieke connecties
De eiser, een Nederlandse topsporter woonachtig in Amsterdam, werd in 2012 opgepakt toen hij in verband werd gebracht met witwaspraktijken en drugsdelicten. Vier van zijn verblijfplaatsen werden door de politie doorzocht. Uiteindelijk bleek het verzamelde bewijsmateriaal niet genoeg voor een veroordeling.
In 2016 verscheen in een Maltese krant een artikel waarin de betreffende zaak weer werd opgerakeld. De journalisten achter het artikel beweerden dat de bedrijven die verdacht werden van witwassen – en waarvan gesteld werd dat de eiser de eigenaar was – in verband stonden met een Maltees politicus die op dat moment bij een verkiezing betrokken was. Om die reden zouden de Maltese autoriteiten destijds onvoldoende hebben meegewerkt aan het onderzoek van de Nederlandse politie. Na de verkiezingen was het strafrechtelijk onderzoek naar de eiser inmiddels zonder resultaat afgerond. De naam van de eiser wordt meermaals in het artikel genoemd.
Het verzoek
Na een zoekopdracht in de zoekmachine van Google waarin de volledige naam van de eiser wordt gebruikt wordt dit artikel getoond tussen de zoekresultaten. Op basis van de Wet Bescherming Persoonsgegevens, het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en het Costeja-arrest stelde de eiser dat dit zoekresultaat verborgen dient te worden. Het zou een negatief effect op zijn privéleven hebben en de informatie in het artikel zou onjuist en irrelevant zijn. De voorzieningenrechter ging hierin mee en oordeelde dat deze zaak beoordeeld moest worden aan de hand van het Costeja-arrest, wat inhoudt dat er een afweging gemaakt moet worden tussen het publieke belang en het recht op privacy.
Wel of geen publiek figuur
Als de eiser zou worden aangemerkt als een publiek figuur, dan zou het vergeetrecht door het publieke belang wellicht niet toepasbaar zijn. De kwalificatie van publiek figuur is niet geheel eenduidig, er wordt met name gekeken naar de rol die iemand vervult in het openbare leven. Zo zijn politici vrijwel altijd publieke figuren, maar ook mensen met beroepen waarvoor een vergunning is vereist, ondernemers of overheidsfunctionarissen voldoen aan die beschrijving, aldus de “Guidelines on the implementation” opgesteld door de EU Data Protection Working Party. Ook is de mate van media-aandacht voor de betreffende persoon een graadmeter voor de publieke rol die deze persoon vervult. Uiteindelijk is de doorslaggevende factor of de betreffende informatie over deze persoon anderen zou kunnen beschermen tegen mogelijk nadelig gedrag.
De rechter in Amsterdam besloot dat in het geval van de eiser geen sprake was van een publiek figuur, zodat het artikel verborgen dient te worden in Google. Deze beoordeling is opvallend, aangezien de eiser met zijn beroep als topsporter wel aan een bepaalde mate van media-aandacht onderhevig is. Bovendien gaat de informatie in het betreffende artikel over een politicus die zakelijk in verband wordt gebracht met de eiser. Hoewel Google deze zelfde argumenten aandroeg in de rechtszaak, vond de rechter dit onvoldoende om het publieke belang van het artikel aan te tonen. Daarbij speelde in belangrijke mate mee dat de strafbare feiten waarvan de eiser wordt beschuldigd in het artikel nooit officieel zijn aangetoond. Er kon dus ook niet worden aangetoond dat de eiser naast topsporter en een lokale Amsterdamse ondernemer ook eigenaar was van de bedrijven die in contact werden gebracht met witwassen. Zelf heeft de eiser dit namelijk altijd ontkend.
Artikel onzichtbaar gemaakt, vele kopieën en afgeleiden nog niet
Inmiddels heeft Google het artikel onvindbaar gemaakt in de Europese versies van de zoekmachine bij zoekopdrachten met de volledige naam van de eiser. Niet gehoorzamen zou Google op een dwangsom van €5000 per dag komen te staan, tot maximaal €50.000. Overigens worden andere zoekresultaten waarin de naam van de eiser wordt gelinkt aan de betreffende verdachtmakingen nog wel getoond, deze werden niet in deze rechtszaak behandeld.