Tijdens een recente zitting in kader van het vergeetrecht bij de rechtbank Amsterdam, deed de legal counsel van Google, mevrouw Antic, een opvallende uitspraak. Als antwoord op vragen van de rechter (Mr. Bakels) omtrent de procedure die Google volgt bij de behandeling van vergeetrecht-verzoeken, stelde zij dat Google in Californië ook “een Nederlandstalige medewerker” heeft.
4,8 minuut per verzoek
In Nederland zijn, sinds de conceptie van het vergeetrecht in 2014 ongeveer 115.000 URL’s ingediend bij Google. Ook waren er ruim 55.000 URL’s ingediend vanuit België, waarvan er veilig 20.000 aan Vlaanderen kunnen worden toegerekend. Uit eerder onderzoek bleek dat er ongeveer 3 URL’s per verzoek werden ingediend, wat het totaal aantal Nederlandstalige verzoeken in deze periode op 135.000/3= 45.000 brengt.
Over de periode 2016 bekeken werden er in Nederland ongeveer 48.000 URL’s ingediend voor blokkering, dus ongeveer 16.000 verzoeken. In Vlaanderen ging het om ongeveer 2.000 verzoeken. Dat maakt dus 18.000 verzoeken in één jaar, behandeld door één Nederlandstalige medewerker.
Bij 48 werkweken van 40 uur en 75% productiviteit (een bijzonder hoog percentage), heeft deze medewerker 1440 uren om deze verzoeken te openen, bekijken, beoordelen en beantwoorden en sluiten. Dit komt neer op ongeveer 4,8 minuut per verzoek. Het staat buiten kijf dat dit onvoldoende is om een goede afweging te maken in deze zaken. Alleen de gemotiveerde verzoekschriften die ingediend worden kosten regelmatig al een veelvoud van deze tijd om te lezen, laat staan dat er een inhoudelijke beoordeling van wordt gemaakt.
Tijdens de eerdergenoemde zitting werd ook aangegeven dat er regelmatig overleg plaatsvindt tussen Californië en Nederland in de vorm van videogesprekken. Door dergelijke zaken is de mediane tijd per verzoek in werkelijkheid nog veel lager.
Verzoeken ingewilligd na starten verzoekschriftprocedure
Het is dan ook geen verrassing dat Google recentelijk in verschillende, door MediaMaze aanhangig gemaakte procedures, al vóór zitting de verzoeken alsnog deels of geheel inwilligde. Dit past perfect in het beeld dat er in eerste aanleg geen goede belangenafweging is gemaakt (door een gebrek aan tijd) en dat pas indien een procedure aanhangig gemaakt wordt er uitgebreid naar het verzoek gekeken wordt. Frappant detail daarbij is dat in deze twee procedures de uiteindelijke verzoekschriften op basis waarvan Google overging tot blokkering vrijwel identiek waren aan de in eerste aanleg ingediende verzoeken; daar ligt geen oorzaak voor de gewijzigde beoordelingen.