Schandpalen is helaas aan het orde van de dag in het tijdperk van sociale media en online fora. Wanneer belastende beelden viraal gaan, spelen ijverige internetspeurders eigen rechter en weten zij vaak al snel een naam aan de hoofdrolspelers te verbinden. Dat maakt deze soms jeugdige personen vindbaar voor iedereen die met een snelle zoekopdracht in Google wil zien wie hij of zij voor zich heeft, hoe atypisch en puberaal het getoonde gedrag ook is. Google heeft nu dergelijke vermeldingen van een gedateerde, eenmalige en minimale veroordeling van een jongeman bij een zoekopdracht naar diens naam uit de zoekresultaten verwijderd.
Langdurige reputatieschade
De verzoeker deed een beroep op het vergeetrecht en vroeg Google om enkele zoekresultaten niet langer weer te geven bij een zoekopdracht naar zijn naam. Deze hadden betrekking op een ruim vijf jaar oud incident. De jongeman, destijds een schoolgaande tiener, liet zich door een groep baldadige jongeren beïnvloeden en stal producten met een gezamenlijke waarde van hoogstens twintig euro.
Sindsdien heeft de jongeman berouw getoond en zijn straf gehad. De rechter veroordeelde hem tot een taakstraf en een voorwaardelijke boete. Toch bleven de beelden hem achtervolgen. Enkele weblogs hadden immers meermaals zijn naam vermeld, in tegenstelling tot de regionale en landelijke media. Bij een zoekopdracht naar zijn naam toonde Google dan ook links naar dit incident aan potentiële werkgevers, zakelijke relaties en persoonlijke contacten.
Beroep op vergeetrecht
Het vergeetrecht waarop de verzoeker een beroep doet, geldt sinds 2014. Europese burgers kunnen gegevensverwerkers als Google vragen om persoonsgegevens die aantoonbaar irrelevant, niet langer relevant, onjuist of bovenmatig zijn, te verwijderen bij een zoekopdracht naar hun naam. In het geval van Google betekent dit dat de gewraakte URL’s dan niet langer worden getoond, hoewel de pagina’s waar deze naar verwijzen blijven bestaan.
Bij dergelijke verzoeken weegt Google het privacybelang van de verzoeker af tegen het publieke belang bij vrijheid van informatie. In deze zaak had het publiek geen belang bij kennisneming van de minimale veroordeling: de jongeman is ruim vijf jaar na dato hard aan het werk en de berichtgeving had geen enkel raakvlak op professioneel gebied. Als de berichtgeving al onderdeel was van een publieke discussie, dan had de vindbaarheid van de berichten voor zoekopdrachten naar de persoonsnaam van de verzoeker geen meerwaarde.
Toch bevatten de eerste en tweede pagina van de Googles zoekresultaten en de afbeeldingenpagina bij een dergelijke zoekopdracht meermaals een verwijzing naar het gedateerde incident. De verzoeker ondervond hier zowel in zijn professionele bestaan als in zijn privéleven hinder van. Hij vermoedde dat de verwijzingen bij sollicitaties tot afwijzingen hadden geleid en gebruikte bij het leggen van nieuwe sociale contacten zelfs een pseudoniem.
Oordeel van Google
Google willigde het verzoek in. Bij een zoekopdracht naar de naam van de verzoeker toont het niet langer de belastende URL’s. Daarmee lijkt het mee te gaan in de gevoerde argumentatie dat de verzoeker geen publiek persoon is en geen hinder meer dient te ondervinden van het schandpalen door derden.