Op 14 juli 2020 legde de Belgische Gegevensbeschermingsautoriteit (GBA) een boete van €600.000 op aan Google naar aanleiding van de schending van het recht om vergeten te worden. De boete omvat een recordbedrag voor de GBA, tot nog toe bedroeg de hoogste boete €50.000. De voorzitter van de GBA, David Stevens, stelde dat het de ambitie van de GBA bewijst om de online privacy beter te beschermen, samen met andere Europese toezichthouders, en dat concrete acties tegen dergelijke wereldspelers daarom vereist zijn.
Het Google-verzoek
Google Belgium had een verzoek ontvangen van iemand die een zeker publiek persoon is in België. Er werd verzocht pagina’s te verwijderen uit de zoekresultaten die betrekking hebben op eventuele – volgens verzoeker onjuiste – connecties met een politieke partij en ook pagina’s te verwijderen die betrekking hebben op een al jaren geleden ongegrond verklaarde klacht gericht aan verzoeker omtrent pesterijen. Google nam op dit verzoek het besluit geen van de pagina’s te verwijderen uit de zoekresultaten.
Google Belgium verantwoordelijk?
Naar aanleiding van deze afwijzing diende de verzoeker een klacht in bij de Geschillenkamer van de GBA. Google probeerde onder de klacht uit te komen door te stellen dat Google Belgium niet verantwoordelijk is voor de verwerking, maar Google LLC, in de VS. De Geschillenkamer ging hier niet in mee en is van mening dat de activiteiten van de Belgische tak en het Amerikaanse moederconcern onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, waardoor Google Belgium wel degelijk aansprakelijk kan worden gesteld. Google Ireland werd wel gevrijwaard van verantwoordelijkheid.
Ernstig tekortschieten Google
Meer inhoudelijk stelde de Geschillenkamer Google vervolgens deels in het gelijk: de pagina’s over de eventuele banden met een politieke partij behoeven niet te worden verwijderd uit de zoekresultaten in verband met de rol van de klager in het openbare leven. Echter, met betrekking tot de pagina’s over de pestverwijten jegens de klager besloot de Geschillenkamer anders: Google is ernstig tekortgeschoten bij de weigering van dit verzoek tot verwijdering van deze pagina’s.
Ten eerste is de zoekmachine bijzonder nalatig geweest gezien het feit dat er tegenbewijzen waren. De pagina’s waren wellicht ooit relevant geweest gezien de openbare rol van de klager, maar de verwijten zijn inmiddels al járen oud, ongegrond bevonden en het is invoelbaar dat deze ernstige gevolgen kunnen hebben voor de klager. Dit alles leidt ertoe dat het privacybelang van de klager prevaleert boven het publieke belang/het belang van Google.
Ten tweede is de manier van weigeren door de Geschillenkamer als gebrekkig beoordeeld. De afwijzing van Google luidt namelijk standaard:
‘Having assessed the balance of relevant rights and interests relating to the content in question, including factors such as its relevance to your client’s professional life/the apparent relevancy of the content/your role in public life, Google has decided not to block this content.’
Volgens de GBA is een dergelijke motivatie niet begrijpelijk genoeg. Bovendien sloot Google de deur voor discussie met de klager door hem niet te vergewissen van het feit dat naar aanleiding van een dergelijke weigering een klacht kan worden ingediend bij de gegevensbeschermingsautoriteit, of dat naar een gerechtelijke instantie kan worden gestapt. Deze acties leiden tot schendingen van artikel 12 lid 1 en 4 AVG.
Boete
De Geschillenkamer besloot derhalve een boete op te leggen van maar liefst €600.000. Allereerst dus wegens het niet verwijderen uit de zoekresultaten van de pagina’s die verband houden met de verouderde verwijten. Ten tweede begaat Google ook een overtreding door de weigering slecht gemotiveerd – of zelfs ongemotiveerd – te rechtvaardigen. Ten slotte draagt het gebrek aan transparantie in het formulier betreffende het recht om vergeten te worden dat aangeboden wordt door Google bij aan (de hoogte van) de boete. Google maakt niet genoeg duidelijk wie nu precies verantwoordelijk is voor de gegevensverwerking (Google Belgium, Google Ireland Ltd., of Google LLC).
Google legt zich overigens niet neer bij deze beslissing van de GBA en gaat in beroep.